X

Husqvarna enduro 2018: een test in de open natuur

Zoals verwacht staan na de KTM test, enkele weken geleden op de rotsachtige heuvels van de Ertzberg, hun Zweedse neven klaar om ons te verwelkomen in het prachtige Canada waar zij ons lieten kennismaken met hun 2 nieuwe 2-takt enduro modellen, de TE250i en de TE300i.

De injectie ontbreekt vanaf nu niet meer bij Husqvarna, een revolutionaire technologie die ervoor zorgt dat de verkoop van dit merk nog een beetje meer zal stijgen sinds hun overname door de KTM-groep in 2003. Als pioniers van de enduro, hebben de verantwoordelijken van Husqvarna hun uiterste best gedaan om ons uit te nodigen in Zuid-West Canada.

Een spannend programma stond ons te wachten maar dat was zeker verdiend: na 9 uur vliegen vertrekkend uit Amsterdam en een 4 uur durende rit in het midden van enkele natuurreservaten, bereikten we uiteindelijk ons ‘motor paradijs’. Panorama reasort, een ski station gesitueerd op 1150 meter hoogte en met hoogtes tot meer dan 2500 meter.

Ik moet er geen tekening bij maken, een start op de hellingen, kleine padjes buiten piste en zelfs besneeuwde bergtoppen, prachtige motors, alles stond klaar om ons 4 prachtige sessies te bezorgen (2 keer per cilinder), we wisten al voor het begin dat we een zalige dag gingen beleven. Als kers op de taart namen de twee thuisrijders het op zich om ons te begeleiden: PELA Renet (wereldkampioen mx3 & 2 maal kampioen enduro E2 & 7de tijdens de laatste Dakar) en de Amerikaanse tovenaar Colton HAAKER (extreme enduro en enduro-cross)

Kleine boosterinjectie

Op het eerste zicht, met uitzondering van de plastiek, is er niet echt een onderscheid te maken tussen de 2018 en het vorige model. Het is natuurlijk op het niveau van de motor waar de wijzigingen en aanpassingen plaatsvonden. We hernemen dezelfde technische specificaties zoals bij de KTM (zie link KTM test 2018) met het oog op ongekende voordelen in prestaties, handeling, brandstofverbruik en gebruiksgemak.

EMS (motormanagementsysteem), de hersenen van het injectiesysteem beheert de verschillende luchtparameters, temperatuur, hoogte, het openen van de gasklep, allemaal een reeks informatie die via meerdere sensoren aan de besturingseenheid wordt meegegeven om uiteindelijk het rendement van deze 2-takt injectiemotor te optimaliseren.

Voorzien van een DELL’ORTO gasklephuis 39 mm en een olietank van 0,7 liter die heel gemakkelijk te vullen is net voor de vuldop. Als laatste nog een nieuwe oliepomp die de ideale hoeveelheid smeermiddel levert om een verhouding van ongeveer 80:1 (gas/olie) te bekomen. De 9,25-liter tank bestaande uit doorzichtig plastic laat ons toe het benzineniveau snel te controleren en een waarschuwingslampje zal je eraan herinneren om dringend bij te tanken.

Op afspraak in de natuur

Dinsdag 27 juni om 8:30 uur ’s ochtend stonden de mensen van Husqvarna al klaar om de TE250i warm te laten draaien voor de eerste test. Wie heeft er nog nooit gedroomd om met een enduro op de grootste skipistes te rijden zonder het risico een sanctie te krijgen? En dit is hetgeen ons aangeboden werd, het volledige skistation alleen voor ons met daarnaast ook fantastisch weer in het vooruitzicht.

Aan de voet van het Schuss station, zien we in de verte 2 bruine vlekken, nog steeds aan het genieten van de koele ochtend en in het bijzonder van de rust van de bergen. “Het zijn beren”, “ze zijn ongevaarlijk, ze beginnen bij het eerste geluid al te vluchten.” zegt Eva ons.

Na het aanpassen van de nieuwe Magura hendels op het stuur vertrokken we in de richting van de grote boulevards, een lange helling met 4 etappes die ons van 1300m tot 2000m hoogte brengt. Dit liet ons toe om te zien wat de motors in hun macht hebben.

Geen wonder dat de TE250i nog steeds zijn limiet heeft in hoge snelheid, ik moet regelmatig tussen de 3e en 4e versnelling afwisselen om zijn vermogen zo goed mogelijk te benutten. Wees alert, we testten de motoren op een helling, het zou goed zijn om dit op een meer conventionele hoogte te testen om zo een realistischer beeld te krijgen. Op de top van de berg kregen we de mogelijkheid om een kleine fotoshoot te doen en de motor af te stellen. Een paar kleine aanpassingen en het is alweer tijd om de terugweg te nemen, steil en vooral brokkelig op smalle padjes tussen de bomen van het bos. De remmen en ophangingen werd met deze afdaling op de proef gesteld, de WP XPLOR vork van 48mm, die speciaal is gemaakt is voor de enduro, is onberispelijk in termen van comfort en precisie op dit soort circuits.

In de namiddag verzette ik de compressie met een paar klikken een beetje zachter waardoor de motor nog veiliger aanvoelde. Aanpassingen doorvoeren is heel gemakkelijk, de regelaars bevinden zich aan de bovenkant van de buizen, compressie links en trigger rechts. De WP DCC schokdemper, met de aansluitstangen achterin, is gemaakt om deze moeilijke omstandigheden aan te kunnen, door deze schokdemper houdt de motor constant de goede lijn. Schudden of wegslaan deed het achterwiel amper ondanks de alomtegenwoordige obstakels. De 250 is dus zeer veelzijdig en makkelijk te berijden. Het enige probleem dat ik kan opmerken is om het juiste vermogen te vinden, dit kan je oplossen door met de versnellingen en de koppeling te spelen. De 2018 TE250i is minder kwetsbaar dan het 2017 carbu-model.

Terug in het dal

Eenmaal terug in het dal is het tijd om de grote zus te testen. De positie op de TE300i is identiek, maar bij de eerste geluiden en trillingen voelen we het verschil in handeling. Het wordt steviger, harder en de eerste metingen bevestigen dit. De motor lijkt me indrukwekkender en in de eerste technische sectie, waar ik met de 250 tussen de 1e en 2e versnelling aarzelde, biedt de 2e versnelling met de 300 een zalig comfort en een goede tractie. Wat efficiëntie betreft, je hoeft niets te berekenen. De motor klimt lineair omhoog zonder af te wijken van de hoofdlijn, het is verbluffend.

Tijdens de laatste sessie heb ik de overgang gemaakt naar de zachtere mapping (MAP 2) en waar ik geen voordeel had met de 250 had ik met MAP 2 een merkbaar voordeel, vooral wanneer de motor begint te zoeken naar grip. Wat nog een groot voordeel was met de 300 was het gevoel en de controle dat je had over het gas, dit kon je goed merken op de gladde rotsachtige stukken tijdens de tocht. Tijdens de terugkeer, waar de 250 meer handelde als een “downhill bike”, vereist de 300 meer beheersing en precisie in de keuze van lijnen.
Dit was een leuke vergelijking tussen twee verschillende motoren van hetzelfde merk maar het doel is ook om ons te concentreren op de plus en min van de twee respectievelijke modellen.

Samenvattend

Ten eerste, na de observatie behouden zowel de 250 als de 300 het karakter van een 2-takt motor waard. Het is aan jou om de juiste keuze te maken en te weten dat er geen ‘slechte’keuze is.

Ten tweede, Het is het vermelden waard dat de HVA-KTM groep niet bespaart op de middelen, ambtenaren doen er alles aan om hun apparatuur te verbeteren, ingenieurs en technici staan altijd klaar om mee te praten en om deskundig advies aan te horen en te geven.

Het presenteren van het assortiment in deze omstandigheden was een risicovolle onderneming, net als een mes dat langs tweekanten snijdt, maar de tactiek wierp zijn vruchten af. ​​Het werd extra duidelijk dat de kwaliteiten van de motoren op meer dan 2000 meter alleen maar worden bevestigd, een echt succes in traditionele termen. Het initiatief is des te meer de moeite waard.

 

Vind jouw Husqvarna dealer

 

Tekst : Ch. Bertrand | Vertaling : Y. Dourte