X

Positieve trend: betere preparatie GP banen

Drie seizoenen geleden kregen banen als Teutschenthal en Uddevalla veel kritiek over het gebrek aan voorbereiding. Zeker door de bijkomende klassen die in actie komen tijdens een GP weekend krijgen de omlopen het immers hard te verduren. Dit jaar lijkt het erop dat er goede stappen zijn gezet om de staat van de GP banen te verbeteren.

In 2018 reisde het GP circus van de donkere vulkanische ondergrond van Argentinië naar het bevroren Eurocircuit van Valkenswaard over de keiharde, betonbaan van Indonesië om het seizoen af te sluiten in de gemengde aarde van Imola. Gedurende de 20 ronden en acht maanden die het kampioenschap in beslag namen, kregen de rijders dan ook te maken met erg uiteenlopende omstandigheden. Toch zijn wereldkampioenen Jeffrey Herlings en Jorge Prado het er over eens dat dit jaar een goede standaard werd bereikt.

Jeffrey Herlings vindt dat er goede stappen zijn gezet qua trackpreparatie.

Een deel van het probleem zijn de grote culturele verschillen en de beschikbare middelen tussen de verschillende clubs en organisatoren. Volgens Herlings en Prado waren de werken die werden uitgevoerd na de trainingen en kwalificaties –en de kleine verbeteringen die mogelijk waren tussen de reeksen ‘s zondags- in ieder geval positief.

“Ik denk dat de baan er vaak beter bij lag voor de MXGP,” vindt ‘the Bullet’ . “De MXGP is de koningsklasse en ze sproeien veel voor de MX2, maar dan ligt het voor ons wel heel goed.” MXGP kreeg veel kritiek over de erg verschillende kwaliteit van de omlopen. Zeker als het op het prepareren van de old school banen, de manier waarop sprongen werden aangelegd en hoe nieuwe omlopen vaak een erg gelijkaardige layout hebben. Aan de andere kant worden de grote technische verschillen tussen de banen genoemd als één van de redenen waarom GP rijders zondermeer de beste motorcrossers ter wereld zijn. Het beste bewijs zijn uiteraard de uitstekende resultaten van WK piloten in de MX of Nations.

Jorge Prado in Arco di Trento: een baan die moeilijk beter te maken is.

“Sommige banen vormen nu éénmaal op zich een beperking om ze beter te maken,” gaat Jeffrey verder. “Neem nu Arco di Trento bijvoorbeeld. Het is een heel natuurlijke omloop maar het is compact en alles ligt er dicht op elkaar. Ze proberen er het maximale uit te halen met wat ze hebben. In een kampioenschap met 20 omlopen kan je niet altijd verwachten dat je fantastische, brede baan krijgt. En het gaat om het wereldkampioenschap motorcross waardoor je letterlijk alles op de kalender hebt. Je hebt harde banen, sand, diep zand, rode aarde, klei, stenen: werkelijk alles dus.”

“De preparatie van de banen was inderdaad beter dan vorig jaar,” voegt Prado toe. “Soms was het er een beetje over voor ons in de MX2. Het was wat te veel geëffend maar voor de MXGP mannen is het perfect. Met momenten lag het voor ons wat te nat al wen je daar na enkele wedstrijden ook wel aan. Je kan niet onmiddellijk pushen in de eerste ronden of de strijd aangaan. In het algemeen waren de banen echter veel beter dan in 2017.”

Rui Goncalves (rechts) waakt mee over de veiligheid van de circuits.

Eén van de redenen voor deze ommekeer zou de inbreng van ex-GP rijder Rui Gonçalves kunnen zijn. Tot 2017 reed Gonçalves zelf GP’s, nu adviseert hij de organisatie over hoe de banen beter te prepareren en vormt hij de brug tussen de wensen van de rijders, YouthStream en de clubs. “Ik denk dat het goed loopt en het is belangrijk om een rijder als Rui betrokken te hebben bij het proces,” bevestigt Herlings. “Gonçalves was zelf een toprijder, hij weet dus hoe het hoort te zijn. In de praktijk ga je echter van de ene baan naar de andere met een andere track crew. Dat maakt het moeilijker om het best mogelijke werk af te leveren. In Indonesië moet je met andere mensen en machines werken dan bijvoorbeeld in Assen. Hopelijk kunnen ze op dit vlak dus blijven verbeteren.”

Tekst: Adam Wheeler
Foto’s: Pascal Haudiquert, Paul Weyten, Gino Maes, David Bulmer/Vitalmx