X

Interview Tim Mathys: “Vol gas voor resultaten!”

De Standing Construct formatie van Tim Mathys kende sinds haar intrede in de GP paddock acht jaar geleden verschillende gedaantes. In de MX2 op Suzuki, KTM en Yamaha (in tandem met Wilvo topman Louis Vosters), in de MXGP met KTM en nu dus als fabrieksteam van GasGas. Een schijnbaar grillig pad maar de rode draad is onmiskenbaar die ongenaakbare drang om te presteren.

Goede beslissingen lijken achteraf eenvoudig en voor de hand liggend. Toen KTM baas Stefan Pierer GasGas overnam, stond in de sterren geschreven dat het Spaanse merk de investeringen in competitie en imago flink zou opschroeven. Nogal wiedes ook dat Pierer voor de MXGP zijn vizier richtte op Standing Construct team en MX of Nations uitblinker Glenn Coldenhoff.


De immer gedreven Tim Mathys combineert het management van zijn GP-team met de dagelijkse leiding van bouwbedrijf Standing Construct. Ex-crosser, type A persoonlijkheid bij uitstek en achter hem een jonge equipe die net zo ambitieus is. Kortom de “Get on the Gas” slogan van GasGas kon net zo goed Mathys’ persoonlijke motto zijn!

Is de nieuwe fabrieksstatus van Standing Construct een bekroning voor het harde werk?
Tim Mathys: “Eigenlijk waren wij als officieel Yamaha team in de MX2 ook ‘factory’. Wij hadden met Eric de Seynes van Yamaha bij onze overstap van KTM de afspraak dat we fabrieksteam zouden worden. Uiteindelijk bleek dat moeilijk te verenigen met contracten die al afgesloten waren voor de Seynes aan het roer kwam. Die overeenkomsten wilde Yamaha respecteren. Om de kerk in het midden te houden, kregen dan zowel wij als Kemea de titel  ‘Official team’. De ondersteuning die we toen hadden, was ook al fabrieks. Uiteindelijk is dat echter niet verlopen zoals gepland waarop we in 2017 als KTM satelliet team zijn teruggekomen in de paddock. We waren erg tevreden over die ondersteuning en vooral de manier waarop de samenwerking met Pit Beirer, Robert Jonas en de hele technische crew van KTM verliep.”

Hoe anders is het dan om als fabrieksteam te functioneren voor een Japanse fabrikant of een Europese?
Mathys:
“Het feit dat we voordien al op fabrieksniveau samenwerkten met Yamaha liet precies toe om te kunnen vergelijken. In onze beleving was dat dag en nacht verschil. Als je een mail stuurt naar Oostenrijk heb je dezelfde dag een antwoord. Op technische feedback of een vraag wordt meteen gereageerd, dat was in de communicatie met Japan heel anders. An sich waren we dus tevreden over de gang van zaken met KTM. In oktober kreeg ik dan een telefoontje van mijnheer Pierer dat hij GasGas had gekocht en direct zware promotie wilde voeren met ondermeer een team in de MXGP. Het doet wel plezier dat KTM gerespecteerd heeft wat we vorig jaar op eigen houtje hebben gepresteerd. Al wat we hadden, maakten we zelf. We zaten er steeds bij in de start, werden derde in het WK… Zoals ik eerder al aangaf, was dat in de eerste plaats een mooie erkenning voor mijn crew.”


Net voor een team dat alles zelf deed, is die fabrieksstatus allicht een ingrijpende verandering?
Mathys: “Toch niet. In het opzet van onze structuur als GasGas fabrieksteam maken we nog steeds zelf onze motorblokken klaar. Weliswaar in heel nauw overleg met de ingenieurs in Oostenrijk. Bovendien hebben we nu toegang tot materialen die we anders nooit zouden hebben. Een van de gevolgen van onze promotie was dat we afscheid moesten nemen van onze uitlaatpartner HGS Exhaust Systems. Net zoals wij krijgen ze bij HGS een kick van de pk’s. In mijn ogen is HGS dan ook een echt topproduct, het was daarom jammer dat we moesten overstappen. Daarnaast zijn er ook budgettair grote gevolgen. Een fabriek die achter je staat, is een totaal andere situatie dan wanneer je helemaal alleen in staat voor het financiële. “

Voor de buitenwereld is het verschil tussen fabrieksondersteuning en een volwaardig fabrieksteam vaak niet zo duidelijk. Kan je enkele concrete voorbeelden geven?
Mathys: “De fabriek ondersteunt ons volledig op alle vlakken die wij willen. Als satellietteam konden we indien echt nodig wel een beroep doen op de fabriek om een probleem op te lossen maar ook zij hebben een gelimiteerde hoeveelheid fabrieksmateriaal. Dat maakte dat het soms moeilijk om snel te reageren. Nu is dat allemaal ingepland. Deze winter hebben we een berg onderdelen aangekregen. (glimlacht)We wisten bij wijze van spreken niet goed wat ons overkwam!


Zijn de sportieve doelen nu ook bijgesteld als GasGas fabrieksteam?
Mathys: “Niet echt. We zijn altijd realistisch. Met Glenn hebben we een heel goede en constante rijder. Vorig jaar wisten we dat ook al. Dat hij een absolute podiumkandidaat is, heeft hij al bewezen. De concurrentie blijft echter hetzelfde, afgezien van enkele kleine technische zaken blijven wij ook hetzelfde team. Ik heb nooit de ambitie gehad om hier in de paddock te zijn om er bij te horen. Met alle respect voor mensen die daar wel voor gaan. Van de eerste dag met Suzuki hadden we de ambitie om te presteren. Wat zondagavond zwart op wit staat, dàt is het belangrijkste. Alles dat in functie staat van de resultaten moeten we maximaal benutten.”

Wat was het eerste waar je aan dacht toen je het voorstel kreeg om op de GasGas trein te stappen?
Mathys:
“Mijn initiële telefoongesprek met mijnheer Pierer was heel lang. Op dat moment was het nog niet helemaal duidelijk hoe de ontwikkeling van de motor zou verlopen. Daarom was het eerste waar ik aan dacht: ‘Oei, hoe ga ik dat uitleggen aan Glenn (red. Coldenhoff). Hij is immers heel precies op zijn materiaal en gaat voor perfectie. Zo is hij voor zichzelf, maar ook voor het team en zijn materiaal. Als er nog maar iets aan de motor verandert qua geometrie, zelfs al gaat het maar over millimeters dan ligt zoiets gevoelig… Zelfs al zou het een verbetering zijn. Daardoor dacht ik bij mezelf, oei een totaal andere motor dat gaat nog iets geven. Tegen het einde van het gesprek was echter duidelijk dat de basis een KTM zou zijn waar stap voor stap aan gewerkt wordt. Wat ze bij Husqvarna hebben gedaan, een andere motor ontwikkelen die op sommige vlakken gelijkaardig is maar op andere vlakken een eigen identiteit heeft, willen ze ook met GasGas doen. Tegen het einde van het seizoen zouden we dan de motor moeten hebben die de basis is voor de productieversie van 2021.”


De nieuwe GasGas uitstraling van het team zorgde de voorbije winter voor heel wat extra werk.
Mathys:
“Klopt, maar het gaat er niet alleen om dat al die materialen moeten geproduceerd worden. Waar we terecht kunnen voor het aankleden van de trailer, de backdrops onder de tent of pakweg de teamkledij, dat weten we ondertussen wel. Achter de schermen draaide de GasGas marketingmachine echter op volle toeren. Zoveel belangrijke beslissingen nemen op korte tijd was voor iedereen heel intensief. Alleen al het creëren van de perfecte look voor de motor vergde heel veel coördinatie. Tot net voor de fotoshoot werd zelfs nog constant bijgestuurd. Wat het technische betreft, lagen we van in het begin perfect op schema maar om te weten hoe alles er moest uit zien heeft ons wel wat extra stress bezorgd. We moesten gewoon wachten op die input die telkens een beetje vooruit werd geschoven.”

Jullie zitten nu in iets meer comfortabele positie dat er een langetermijnakkoord is met een fabrikant. Hoe ving je vroeger die spreidstand op om rijders onder contract te krijgen zonder dat het budget van je motormerk al vast lag?
Mathys: “Tja, je probeert te ramen wat je budget zal zijn. Wat je te kort komt, moet je dan zelf bijpassen. Ik denk dat er vandaag verschillende teams in de paddock staan die zo (moesten) werken: Louis Vosters met Wilvo, Hans Corvers met Kemea, noem ze maar op. Dat zijn mensen met een passie voor motorcross die teams hebben gebracht naar waar ze nu staan. Natuurlijk is het dan leuk om te merken dat er sterke schouders onder je project bijkomen zoals nu het geval is met GasGas.”


Er is duidelijk een nieuwe generatie teameigenaars opgestaan. Ook Harry Fasé (F&H), Giacomo Gariboldi (HRC Honda) en Wim Hutten (Hutten Metaal Yamaha) horen in dat rijtje thuis. Merk je zelf iets van die stijlbreuk tegenover de gang van zaken in de paddock voorheen?
Mathys:
“Sommige mensen gaan het misschien niet graag horen maar de afgelopen 10, 15 jaar is een enorme evolutie geweest in de manier waarop WK teams worden gerund. Zeker wat betreft teams die voor een Japanse fabrikant aan de slag waren, zijn er teameigenaars die daar enorm goed mee hebben geboerd. Eigenlijk omdat ze tegenover zich mensen hadden die er geen klare kijk op hadden wat zo’n team nu echt kost. Er zijn absurde budgetten naar de motorcross gegaan waarvan flink werd afgeroomd door bepaalde teameigenaars. Op den duur leert iedereen echter bij, de fabrikanten incluis. Ook zij hebben vervolgens bijgestuurd. Nu is het normaal dat elke fabrikant een opzet heeft met een inbreng van buiten de motorsport. Opgelet, petje af voor de ondernemers die daarmee goed hun brood hebben verdiend maar die evolutie onder de teams is wel een feit. Op zich denk ik dat die bijdrage van buiten de sport ook niet verkeerd is.”

Vorige  week raakte bekend dat verschillende GP’s uitgesteld worden. Het Corona-virus bezorgt nu ook de teams kopzorgen: nieuwe planningen, leveranciers die leveringen moeten uitstellen…
Mathys: “We proberen toch nuchter te blijven, wat niet weg neemt dat we ook uitkijken. Ook op dat vlak krijgen we trouwens bijstand vanuit Oostenrijk met richtlijnen wat wel of net niet te doen. Al kan je een factor geluk niet uitsluiten. Misschien een vierde van de paddock komt Italië, wat in principe een risicogebied is en iedereen loopt hier rond. We hopen dus dat ons bespaard blijft!”


Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Ray Archer, shotbyBavo