X

Gesprek met Dries Michiels (Motorsport Vlaanderen)

Na jaren van stilstand en naijver is er in het Vlaamse motorsportlandschap weer plaats voor optimisme en vooruitgang. Op de achtergrond speelde Motorsport Vlaanderen daarin een sleutelrol. Denk maar aan het succesvolle MX for Kids dat kinderen laat kennismaken met motorcross. Hoog tijd dus voor ’n gesprek met Dries Michiels, sporttechnisch coördinator van Motorsport Vlaanderen.  

De jonge Vlaams-Brabander begon anderhalf jaar geleden bij wat toen nog de VMBB heette. Dries is Master Lichamelijk Opvoeding (VUB), fervent allround sportdier en was voordien o.m. de drijvende kracht achter voetbalschool Samba.

Zonder voorafgaande bagage leek het ons verfrissend om Dries aan het woord te laten over enkele hete hangijzers in de motorsport en over z’n eigen sportieve parcours.

Dries Michiels:
“Toen ik bij de VMBB begon was er nog veel nood aan structuur. In veel andere, grotere sporttakken is alles eigenlijk al van A tot Z vastgelegd. Op dat vlak waren er zeker in het begin veel groeimogelijkheden, wat tegelijk ook een heel toffe uitdaging was.”

In veel opzichten is motorsport in ons land erg behoudsgezind. Hoe was het om daarin terecht te komen?
Michiels:  “Dat was zeker ’n uitdaging. Ook met MX for Kids trouwens. Toen bekend raakte dat we met elektrische motoren zouden rijden, kwamen daar felle reacties op. In de stijl van ‘dat is geen echte motorcross.’ Ik denk echter dat we vooruit moeten in alle disciplines. Niet alleen in motorcross maar ook  in snelheid en andere sporttakken waar lawaai een struikelblok is. Organiseren wordt immers altijd maar moeilijker. Ik denk dat we nu wel een duidelijk signaal kunnen geven dat motorsport klaar is om stappen te zetten naar de toekomst. Dat is cruciaal om als motorsport in het algemeen te kunnen overleven.”

De wirwar aan federaties en verschillende belangen maken het vooral op het vlak van motorcross extra moeilijk om de nuances van veel probleemdossiers te begrijpen. Niet evident om je daar in te storten.
Michiels:
“Klopt, de eerste maanden had ik post-its op mijn bureau met de namen van alle federaties of instellingen die betrokken zijn bij motorcross of andere motorsportdisciplines. (lacht) Ondertussen weet ik wel ongeveer, wie, wat, hoe en waar. Maar het was inderdaad niet makkelijk om me daar in te verdiepen. Ik heb ook al veel verhalen over het verleden gehoord die niet zo fraai waren, van verschillende kampen zeg maar. Daarom is het ook goed dat onze voorzitter Kurt Vanborm sinds zijn aanstelling twee jaar geleden de bladzijde heeft omgedraaid. Sindsdien is er een heel nieuwe wind gaan waaien door de federatie om toekomstgericht te werken. Samenwerking staat daar bij centraal in plaats van elkaar tegen te werken.”

MX for Kids illustreert perfect wat mogelijk is als iedereen aan hetzelfde zeel trekt. Eigenlijk is dat soort eendracht onuitgegeven!
Michiels:
“Voor mij was het gewoon een mooi project om mee vorm te geven. Ik wist ook dat het wel speciaal was maar ik besefte niet hoe uniek dit wel was! Het feit dat zowel de circuiteigenaars, de motorsector en wij als federatie samen zaten mét steun van de overheid via Sport Vlaanderen heeft laten zien wat mogelijk is als je samenwerkt. Om dan de eerste resultaten van die aanpak te zien, is heel tof.”

Hoe ben je zelf in deze functie terecht gekomen, was er voordien al een link met motorsport?
Michiels:
“Zelf was ik geen motorrijder, al zat ik als kind wel achterop bij mijn vader. Hij reed altijd met de motor en als hij een toertje ging maken, mocht ik mee. Als sportliefhebber in het algemeen boeien alle sporten me eigenlijk wel. Net toen ik was afgestudeerd kwam ik in contact met de VMBB. Op dat moment waren ze nog volop bezig om hun subsidiedossier voor Sport Vlaanderen klaar te maken. Eén van de vereisten is om een master Lichamelijk Opvoeding in dienst te hebben om alles organisatorisch mee op te zetten, maar ook om het decreet mee op te volgen en de beleidsplannen mee uit te werken. Die rol heb ik dan ingevuld.”

Je zit ondertussen ook zelf op de motor heb ik begrepen.
Michiels:
“Ik ben er mee bezig in ieder geval! Mijn boekje met de theorie voor het motorrijbewijs ligt klaar en ik ben ook begonnen met motorcrosslessen. Het is de bedoeling dat ik ook mijn diploma als initiator haal. Die voeling met de praktijk is natuurlijk super belangrijk.”

Wat was de grootste verrassing tot nog toe sinds je aan de slag ging voor Motorsport Vlaanderen?
Michiels:
“Vooral wat er gezegd werd door de federatie en hoe het dan effectief in z’n werk gaat. Organisatorisch hebben we al heel veel kunnen bereiken, we hebben al veel verbeterd qua structuur en toch leefde er bij veel mensen het idee dat er op ‘den bond’ niet veel wordt gedaan. Of dat niemand bezig is voor de sport… Gelukkig is dat vooroordeel de laatste maanden aan het veranderen. Meer en meer beseffen mensen dat Motorsport Vlaanderen in dienst staat van de motorsport, niet één discipline of niet alleen voor competitieve rijders. We zijn er even goed voor recreatieve motorrijders als voor motorcrossers of trialrijders enzovoort. Dat veranderende beeld is al een mooie stap voorwaarts.”

Wat zijn de volgende uitdagingen die op jouw bord liggen?
Michiels: “We hebben net ons meerjarenplan 2021-2025 af. Dat moeten we nu bespreken met Sport Vlaanderen. Twee peilers in dat plan zijn investeringen in de jeugd en vernieuwing. Elektrische motoren zijn daarin een belangrijke schakel. Daarnaast is milieu is sowieso een cruciale bekommernis zodat de motorsport kan blijven bestaan in Vlaanderen. We hebben pas MX for Kids in het leven geroepen voor motorcross maar ook in andere disciplines willen we inzetten op jeugd. Zowel voor snelheid als voor trial hebben we daar plannen voor, al dan niet in de nabije toekomst.”


Over elektrisch gesproken, Motorsport Vlaanderen heeft ondertussen ook de eerste, voorzichtige stappen op het vlak van e-mountainbike gezet.
Michiels: “De wedstrijden die al plaatsvonden en die op de kalender stonden dit jaar hebben wij ook mee uitgewerkt. Dat was en is in samenwerking met Cycling Vlaanderen. Gezien de overlap tussen beide sporten is dat een goede zaak. Alleen organiseren voor mountainbikes die slechts ondersteuning hebben tot 25 km/u is trouwens té beperkt. Sowieso moet je een klasse voorzien voor bikes die ondersteuning tot 40 km/u hebben. Volgens de wet horen die e-mountainbikes in het tweede geval dan thuis in de categorie ‘motorvoertuig’ en zijn het niet langer fietsen. Maar het zijn zeker wedstrijden met heel veel potentieel. Daarover zijn we ook in gesprek met Cycling Vlaanderen om volgend jaar een volgende stap te zetten.”

In ieder geval mooi dat er in Vlaanderen overleg is over die nieuwe discipline want internationaal leek het wel om een partijtje touwtrekken tussen de FIM (red. de wereldwijde motorbond) en de UCI (red. de wereldwijde fietsfederatie).
Michiels: “Voor ons was het ook heel onduidelijk wat er internationaal werd bedisseld hoor. Cycling Vlaanderen zat in een gelijkaardige positie. Wij hebben meteen gezegd dat we niet zouden afwachten wat er ‘boven ons hoofd’ zou worden beslist, maar we kozen ervoor om samen te werken. Vorig jaar hebben we het startschot gegeven met vier leuke e-MTB wedstrijden die we samen hebben georganiseerd met Cycling Vlaanderen.”


Individuele organisaties zoals o.a. GP Limburg en de MX of Nations genoten al steun van Sport Vlaanderen maar het heeft héél lang geduurd vooraleer er steun kwam voor de federatie zelf. Is dat nu een structureel gegeven of worden die subsidies jaar na jaar (her)bekeken?
Michiels:
“Elk jaar moeten we effectief een subsidiedossier indienen en dat moet goedgekeurd worden. Het voorbereiden van dat dossier is behoorlijk arbeidsintensief. Aan de ene kant moet je ambitieuze plannen kunnen voorleggen maar die moeten tegelijk ook realistisch zijn. Toch is er een goede wisselwerking met veel steun. Vanuit de overheid is er ook het geloof dat we met de motorsport vooruitgang kunnen boeken zowel organisatorisch als wat betreft het milieu-aspect, sportief enzovoort. Het feit dat we we via Sport Vlaanderen deel uitmaken van een groter geheel is ook op praktisch vlak stimulerend. Als beginnende professionele federatie komen we in contact met grotere structuren maar ook kleine federaties waarvan je als buitenstaander het bestaan niet meteen zou kennen maar die wel met vergelijkbare problemen kampen. Overleg met mensen daar is dan ook zeker interessant.”

Ook de BMB, de Belgische Motorrijdersbond, en jullie Waalse tegenhanger (red. de FMWB) timmeren uiteraard nog aan de weg. Hoe verloopt die samenwerking concreet?
Michiels: “Als je kijkt naar andere sporten in België zijn er nog maar twee of drie takken waar nog echt wordt georganiseerd door de Belgische koepel die boven de regionale bonden staat. In het voetbal is alleen de professionele sport, de 1A en 1B competities, nog in handen van de KBVB. De rest wordt door Voetbal Vlaanderen bepaald. Motorsport Vlaanderen probeert zoveel mogelijk zelfstandig te functioneren maar er zal altijd wel een Belgische werking blijven. Zeker ten opzichte van internationale rijders. Want Vlaanderen of Wallonië kunnen op zich geen piloten afvaardigen het gaat altijd om Belgische piloten.”


Heb jij als sporttechnisch coördinator met een tegenhanger aan Waalse zijde?
Michiels:
“Er is wel contact maar dat is zeker niet dagelijks. Over structurele zaken wordt zeker overlegd. Wij lichten onze plannen toe, zij lichten hun plannen toe. Wij bekijken of we zaken kunnen overnemen of dat we het net anders willen doen. De focus is wel verschillend. Wij doen wat we denken dat goed is voor onze Vlaamse rijders en de FMWB doet dat op hun manier.”

Het gebrek aan permanente trainingsomlopen is en blijft een groot zeer in onze sport. Wat is de stand van zaken op dat vlak?
Michiels: “Zeker in dat dossier is het goed dat we de steun van de overheid genieten. Sport Vlaanderen is er immers al jaren mee bezig om te zoeken naar nieuwe terreinen. De overtuiging die hier en daar leeft dat de overheid niets doet voor motorsport is dus zeker niet correct. Meestal zijn het lokale besturen die dwars liggen. Samen met Sport Vlaanderen hebben al heel wat potentiële sites bezocht maar op lokaal vlak loopt het dan fout. Terreinen laten verdwijnen van wat er is dat is zeker en vast geen optie. Integendeel we willen er graag tegen 2024 een motorsportterrein bij hebben. Voor welke discipline dat is moeten we nog bekijken. Trial is bijvoorbeeld makkelijker omdat de oppervlakte kleiner is en de doorbraak van elektrische motoren zal daar waarschijnlijk ook sneller gaan dan in de motorcross.”

Je hebt uiteraard ook al zelf al MX for Kids lesdagen bijgewoond. Wat is jou daar opgevallen?
Michiels: “Natuurlijk het enthousiasme van de kinderen, de trainers én de ouders.  Daarnaast is het ook leuk om te zien hoe verrassend positief elektrische motoren ontvangen worden. Kids staan er niet bij stil want het zijn gewoon super toffe bikes maar ook ouders worden er dan plots enthousiast over. Veel onder hen hebben nog nooit een elektrische crossmotor gezien. Zij zien dat de kinderen zich geweldig amuseren en dat je nog normaal kan praten ook al sta je op twee meter van de motoren terwijl je dan anders zou moeten roepen. Die reacties zijn me wel bijgebleven en het geeft extra drive voor de toekomst!”

Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Gino Maes, Niek Kamper, MX July, Ridley, Wouter Dreeze, MX for Kids, GasGas