X

David Segers: topjaar van een allrounder!

Supporters kennen hem als ‘Mad Dave’, maar het palmares dat de Yamaha-piloot de voorbije jaren bij elkaar reed is lang niet gek! David pakte dit jaar immers zijn tweede titel bij de Inters Open van de VMCF. Daarnaast heeft Segers ook (op wereldniveau) een naam opgebouwd in het pitbikewereldje en ontving hij in het eigen Pepingen een onderscheiding als Sportman van het jaar. In Kruishoutem is hij dit weekend te bewonderen tijdens de VMCF teamtrofee. Mxmag schoof onlangs aan tafel met David voor een toffe babbel.

Proficiat met je Inters Open titel en dominante seizoen in de VMCF?
David Segers: “Dank u.  Ik heb inderdaad veel gewonnen over het hele seizoen. In het kampioenschap bleef het verschil echter klein. Ik begon aan de finale met 16 punten op Dennis Dierckx. Het was zeker een hele opluchting om in Oostrozebeke de titel te pakken. Die laatste weken had ik toch wat last van stress. Zolang je niet over die finish bent gekomen, kan er nog vanalles mis gaan. Ook in Oostrozebeke zelf reed ik echt niet goed. Ik had echter genoeg aan een 4de en een 6de plaats. Als je dan al die mensen aan de finish ziet staan dan schrik je er toch van wat zo’n titel losmaakt! Het deed me wel iets om mijn familie, vrienden en supporters daar te zien staan. We hebben er achteraf ook een gezellig feestje van gemaakt!’

Van waar komt jouw bijnaam ‘Mad Dave’?
David Segers: “Dat is een beetje blijven hangen van mijn freestyleperiode. Mijn vriendin Femke is van Olen en ik zat in die tijd vaak bij William Van Den Putte, de FMX-piloot. We haalden toen allerlei gekke toeren uit. William is toen met die bijnaam op de proppen gekomen en die is een beetje blijven hangen.”

Welke wedstrijden zijn jou dit seizoen bijgebleven?
David Segers:
“Gouy-lez-Piétons zeker, in de tweede manche zat ik in een hevig duel met Dennis Dierckx verwikkeld. Daar zijn we heel vaak van positie verwisseld. Maar ook Manage waar ik met Marvin Van Daele vocht om de overwinning was heel tof. Ik heb een schitterend seizoen gehad in zijn geheel.”

Vergelijk jezelf eens met jouw naaste concurrenten in de VMCF, Dennis Dierckx en David Cools?
David Segers: “Dennis is er altijd bij in de start, zijn eerste ronden zijn altijd heel snel. De sterke punten van de Cools? Zijn fysiek natuurlijk! Hij heeft altijd een iets mindere start, maar hij komt dan wel terug naar voor. Mijn starts zijn meestal wel goed en fysiek heb ik dit jaar een enorme stap vooruit gezet. Daardoor kan ik constante, snelle rondetijden blijven neerzetten over de hele reeks.”

Had je de afgelopen winter dan anders aangepakt dan voordien?
David Segers: “Ik heb de hele winter cyclocross gereden samen met een goede vriend van mij, Elton (Van Craenenbroeck). Dat heeft toch veel geholpen. In de cyclocross heb ik zowel in een amateurbond gereden als nevenwedstrijden van grotere koersen. In die amateurbond ben ik zelfs tweede geworden in het Belgisch Kampioenschap. Net zoals motorcross is het fysiek heel zwaar. Van bij de start ga je meteen in het rood! Ik vind het ontzettend leuk om te doen en het fietsen is ook allemaal nog een beetje nieuw in vergelijking met motorcross. Je merkt ook wel dat het motorcrossen op de meest technische cyclocrosscircuits voordeel oplevert. Alleen als het puur op kracht aankomt, kom ik wat te kort. Ook tijdens het seizoen ben ik fysiek hard blijven werken. Zelfs om bij de amateurs mee te draaien aan de top moet je veel trainen. Vanzelf gaat het niet!”

Je staat niet alleen bekend als motorcrosser maar ook als pitbiker. Daar deed je de afgelopen jaren altijd mee aan het WK pitbike, ik moet eigenlijk zeggen de MiniMoto SX in Las Vegas?
David Segers: “Dat klopt, dat is dit jaar ook goed verlopen. Bij de reeksen voor de amateurs -waar ik de voorgaande jaren wereldkampioen werd- had ik in mei opnieuw de snelste tijd. In de finale hing ik ook aan de kop, dan heb ik me in de laatste ronde bewust laten afzakken. Want als ik op het podium had gestaan mocht ik niet meer meedoen in de Pro-klasse. Volgens het nieuwe reglement mocht je niet in twee klassen op het podium finishen. In de Pro-klasse was ik als derde weg, ik hing ook even derde maar daar wordt heel anders gereden. Veel rijders in die Pro-klasse rijden Supercross en ze zijn het gewoon om te blockpassen en agressief te rijden. Ik was op dat vlak wat te braaf waardoor ik wat plaatsen verloor. Al bij al was ik met die zesde plaats nog redelijk tevreden. De meeste toppers zoals Derek Costella, Mike Vallade, Jake Canada, Michael Blose of David Pingree hebben flink wat SX ervaring. Je merkt gewoon dat ze bakken techniek hebben. Er wordt echt gestreden op het scherp van de snee, als je weet dat er een prijzen pot van 15.000 euro is!”

Hoe schat je het pitbikeniveau in België in?
David Segers: Tegenover de Fransen en de Amerikanen hebben we natuurlijk wel het nadeel dat zij een kampioenschap rijden waar de circuits echt zijn aangepast om te pitbiken. Dat hebben wij helaas niet. Zoals in Frankrijk wordt het pitbike kampioenschap heel professioneel georganiseerd. In België heb je in vergelijking maar bitter weinig rijgelegenheid. Ook het niveau is niet zo heel hoog. Bijna alle Franse pitbike wedstrijden vallen samen met de VMCF. Dat is wel spijtig, want het zou wel eens tof zijn om daar te gaan pitbiken. Motorcross blijft echter mijn hoofddoel!”

Dat is verre van een ideale voorbereiding op een Wereldkampioenschap?
David Segers: “Inderdaad, maar ik bereid me telkens heel intensief voor in een korte periode. Vanaf een week of twee voor ik naar Amerika vertrek, probeer ik elke dag te rijden. Ik kan voor dat Amerikaanse avontuur gelukkig rekenen op de steun van Geeco-bikes uit Opwijk. Zij zorgen voor de motoren en het specifieke pitbikemateriaal. Het is ooit begonnen als een fundiscipline, maar de techniek is toch heel belangrijk geworden. Mannen die met pitbikes van 15.000, 16.000 euro aan de start staan zijn geen uitzondering. Als je aan de top wil komen heb je al een aardig budget nodig zoals in elke mechanische sport. In de pro-klasse mag je zelf je cilinderinhoud kiezen. De meeste rijders zitten tussen de 150 en 170cc. Boven de 170 is het wel veel moeilijker af te stellen, er gaat meer kapot ook.”

De rage in de pitbike is ondertussen wel overgewaaid?
David Segers: “In België is dat wel zo, maar in de VS waren er toch 650 rijders voor het WK. In Frankrijk blijft het ook groeien, er komen nog steeds rijders en teams bij. Mike Valade krijgt zelfs een maandloon van een Italiaans team, dus dat zegt toch iets over hun aanpak. Hier is het puur een amateurgebeuren, toch is het aantal deelnemers voor de pitbikeraces in de amateurbonden stilletjes aan het stijgen. De interesse is er wel degelijk want van 4, 5 deelnemers in de VMCF zijn we naar 25, 30 rijders gegaan. Bij de JMS wordt er op zaterdag met de pitbike gereden.”

Hoe is het om op dezelfde dag een 450cc en een pitbike te combineren, zoals je vaak doet op zondag?
David Segers: “Het verschil in power tussen mijn Yamaha YZ-F450 en mijn PitsterPro is natuurlijk groot, maar je raakt er wel aan gewend. Op die manier hoef je je zeker ook niet te vervelen… Als je dan nog een superfinale rijdt op het einde van de dag heb je niet veel meer over: dan heb heb je zeven keer gereden!”

Daarnaast heb je ook nog in de MX Pro Series, het BK Motorcross gereden. Waarom doe je dat?
David Segers: “Het is heel tof om eens op een ander type circuits te rijden. En het blijft ook wel een kick om met al die GP-toppers aan de start te staan. Als je dan een top-15 kan halen dan weet je dat je het goed hebt gedaan. Dat ik in 2004 in de MX1 GP van Ierland punten heb gescoord is nog steeds een hoogtepunt uit mijn carrière.”

Wat is jouw raad voor jonge piloten?
David Segers: “Ga zeker kijken naar de Inters en steel met je ogen. Leer welke lijnen ze nemen. Voor het rijden zelf: nooit opgeven, karakter kweken en ervoor blijven gaan.”

Is er iets dat je graag anders had gezien in jouw carrière?
David Segers: “Goh, da’s moeilijk te zeggen. In 1999 was ik 17 en reed ik bij de Beloften in de BMB tegen o.a.Ken De Dycker en Jurgen Wybo. Het rijden ging echt super op dat moment. Op de Supercross in Antwerpen eind dat jaar heb ik dan mijn enkel gebroken. Dan heb ik er een jaar uitgelegen met allerlei complicaties. Ze gingen eerst mijn enkel vastzetten, ik heb meer dan 70 inspuitingen gehad en dan moesten ze uiteindelijk weer opereren. Gelukkig kon ik uiteindelijk weer rijden na een jaar. Alleen lag ik toen in duel met jongens die ik het jaar daarvoor dubbelde! Ik mag wel zeggen dat het toch een jaar geduurd heeft voor ik weer mijn oude niveau herwonnen had. Eigenlijk waren dat twee verloren jaren.”

Hoe ziet 2011 er uit voor David Segers?
David Segers: “Mijn sponsors blijven allemaal dezelfde en ik ga mijn titel verdedigen in de VMCF. Ik voel me heel erg thuis in de VMCF. Iedereen is er vriendelijk en iedereen praat met iedereen, maar als de bar valt is het ieder voor zich.”

Wie wil je bedanken?
David Segers: “Al mijn sponsors Standing Construct, Hoolants Beton, Hubert Leunens, Olense Drankcentrale, Banden Michel, Geecobikes, Bakens Benelux, Van Hasselt uitlaten, Scratchi design, Bioagrico, Rob Geboers Suspensions, Acerbis, Scott, mijn vrienden en vriendin, mijn ouders en iedereen die elke week voor mij supportert. Mijn trainingsmakker Elton, Benny Vanderpoorten en Tim Mathijs die me met goede raad bijstaan.”

Wie meer wil weten over ‘Mad Dave’ of wie David Segers gewoon wil volgen, kan terecht op zijn persoonlijke site die erg regelmatig wordt upgedate.

Credit foto’s: Plan-B, Geecobikes, CDS