X

Vijf minuten met Antoine Magain

Een droomseizoen, zo mag je 2019 zeker omschrijven voor Antoine Magain (KTM Belgium). De 23-jarige piloot uit Nismes kroonde zich opnieuw tot Belgische kampioen enduro in de Prestige klasse, won de 12u van La Chinelle, eindigde 4de in het sterke Franse E1 kampioenschap, werd 5de in de EnduroGP Junior klasse en zette de kroon op het werk tijdens de ISDE in Portugal. Tijd voor een roundup.

Vorig weekend vierden de Belgen na afloop van een historische International Six Days of Enduro feest. Kopman Antoine Magain kreeg de voorbije week ook nog eens goed nieuws. Voor het seizoen 2020 krijgt hij namelijk een topsportcontract bij ADEPS, de tegenhanger van Sport Vlaanderen of NOC*NSF.


Jullie werden met Team Belgium 5de in de Junior Trophy en de Belgen zetten collectief het beste resultaat neer sinds 1995. Hoe kijk je persoonlijk terug op de ISDE in Portugal?
Antoine Magain:
“Ik ben zeker tevreden! Hoewel je het hele jaar hard werkt om dit niveau te halen. Qua chrono’s heb ik mooie dingen laten zien. De laatste drie dagen zat ik in de top-14 in de scratch (red. algemeen klassement over alle categorieën heen). Dat is een goed teken voor volgend jaar. Door mijn zware val op dinsdag verloor ik veel tijd maar over het algemeen ben ik wel blij over hoe alles is verlopen.”

Op elk vlak zijn de International Six Days een grote inspanning. Waarschijnlijk veel meer dan buitenstaanders denken. Hoe verliep de voorbereiding praktisch?
Magain:
“Op dinsdag kwamen we aan in Portimao. Vanaf woensdag zijn we met alle Belgische rijders de specials beginnen verkennen. Dat mag alleen te voet in de enduro. We hebben meer dan 100 kilometer gewandeld. Vanaf donderdag werd het materiaal uitgeladen zodat we ter plaatse ook nog wat motortraining konden afwerken.”

Leef je fysiek anders toe naar een wedstrijd over 6 dagen dan een normaal raceweekend?
Magain:
“Nee, eigenlijk niet. Fysiek heb ik niets veranderd tegenover een normale wedstrijd. Mentaal was ik er klaar voor na een mooi seizoen, maar ook fysiek stond ik er goed voor dankzij het werk van mijn begeleiders Fabrice Lambert en Sylvain Werrion.”


Wat was vooraf jouw doel voor de ISDE?
Magain:
“Dat stond niet precies vast. Ten slotte was het mijn eerste echte deelname na het rampscenario van Brive-la-Gaillarde in 2017. De tweede dag startte mijn motor er niet meer. Ondanks mijn goede prestaties dit jaar had ik er geen idee van wat ik in de Six Days kon verwachten. Bovenal wilde ik gewoon mijn best doen en vooral zo’n zware wedstrijd uit rijden.”

Je reed mee vooraan in de Junior klasse. Wat is er nog nodig om de strijd te kunnen aangaan met mannen als Daniel Sanders (red. scratch winnaar) of Josep Garcia (2de in de eindstand)?
Magain: “Bwah, 2 seconden per minuut rapper rijden (lacht)… Ik heb nog een lange weg af te leggen zo simpel is het.”

Het lijkt er op dat je door de zege in La Chinelle een flinke boost kreeg want daarna kwam je op een nog hoger niveau in de volgende wedstrijden: twee keer tweede in Tsjechië in de EnduroGP. Van een kandidaat voor het podium groeide je door naar kandidaat-winnaar.
Magain: ”Ja dat klopt wel maar tegelijk is dat ook moeilijk om als piloot mee om te gaan. Van zodra je zo’n resultaat neerzet, verwachten mensen dat je altijd meespeelt voor de overwinning. Of ik in La Chinelle een klik heb gemaakt qua rijden of tussen de oren dat week ik niet. In ieder geval heb ik er veel vertrouwen uit geput.”

De Belgische enduroscène hangt nauw samen en er is ook een positieve dynamiek in het kampioenschap. Vergelijk het BK eens met de andere wedstrijden op jouw kalender?
Magain: ”De afgelopen twee jaar hadden we steeds een mooi BK met vrij veel wedstrijden. Het zijn telkens evenementen over één dag dus dat is moeilijk te vergelijken met het Frans kampioenschap of het WK maar met de middelen die we hebben, doen we het goed. Daar moeten we alle clubs en organisatoren voor bedanken.”

Hoe ziet jouw toekomst er uit na zo’n seizoen?
Magain:
“Eerst en vooral nog een beetje rust. Daarna begin ik weer met mijn fysieke training op de fiets en moet ik flink aan de bak met de kerstmarkten her en der. (red. in zijn streek heeft Antoine op verschillende markten een stand). Hoe mijn situatie er precies zal uit zien in 2020 kan ik nog niet zeggen. Maar natuurlijk is het een uitstekende zaak dat ik steun zal krijgen van ADEPS. Dat is echt een opluchting. We moeten veel opofferingen brengen voor onze sport maar zoals je weet is het financieel moelijk om geld te verdienen in de endruo. Op deze manier heb ik iets voor mijn verplaatsingen en iets om op zij te setten. Een klein loon betekent op dit moment heel veel voor mij.”


Van waar komt jouw bijnaam Minimax eigenlijk?
Magain:
“Die heb ik te danken aan mijn pa (red. Meervoudig Belgisch kampioen enduro Bernard Magain). Zijn bijnaam was Mag’s, de kleine Magain. Dat is dan later geëvolueerd naar een X op het einde, Max dus. (lachend) En omdat ik zijn zoon ben, hebben ze er maar ‘Minimax’ van gemaakt.”

Ondanks jouw vader was de motorsport een late roeping voor jou?
Magain:
“Toch op dit niveau inderdaad. Ik heb altijd wel motoren te maken gehad maar mijn droom was om voetballer op hoog niveau te worden. Toen ik 16 was stond in ik de eerste ploeg van Couvin-Mariembourg, in bevordering was dat. Door een aangeboren afwijking aan mijn rug moest ik echter stoppen. Ik had pijn in mijn rug toen ik liep. Daarop ben ik me stap voor stap op de enduro gaan richten. Van klein af had ik al wel een motor. Uiteindelijk vroeg een vriend van mijn pa waarom ik eens geen wedstrijd zo mee doen. Zo is het begonnen.”

De Belgische federatie moet het in vergelijking met de concurrentie met met erg weinig middelen stellen. Desondanks heerst er net zoals in de MX of Nations een goede sfeer en is de motivatie groot.
Magain:
“Absoluut! Daarom was het ook zo cool dat we de Watling Tropy wonnen (red. onderscheiding voor het meest verbeterde land). Dat is een mooie bekroning voor alle vrijwilligers die ons gedurende twee weken hebben gesteund. Die toewijding en de ambiance zijn echt fantastisch. Je merkt dat we op de goede weg zijn. Proficiat ook aan alle Belgische rijders voor wat we daar hebben klaargespeeld.”

Tekst:
Olivier Evrard & Tom Jacobs
Foto’s: Mastorgne, Fred Ccy & Gino Maes