Na 11 jaren vruchteloos zwoegen kon Team USA eindelijk weer de Peter Chamberlain Trophy in de lucht steken. Afgelopen zondag waren Justin Cooper, Chase Sexton en Eli Tomac het sterkste landenteam in eigen gouw.
De zege in RedBud was welgekomen want het was van 2011 geleden in Saint-Jean-d’Angély dat de ploeg van Roger De Coster de wedstrijd nog eens met winst kon afsluiten. Onze collega’s van Gatedrop.com spraken met The Man over de zege op de MXoN en ook over de prestaties van Liam Everts.
Het is, denk ik, 11 jaar geleden dat de USA won, maakt dit het extra speciaal, vooral met wat er vier jaar geleden in Red Bud gebeurde?
Roger De Coster: Ja natuurlijk maakt het het zoveel beter, weet je? Als je zo lang op iets wacht en je krijgt het eindelijk, is dat een beter gevoel. Met de Covid en zo en een paar jaar geleden in Italië, hadden we kunnen winnen, maar een rijder sprong op Jason Anderson na de finishlijn en Cooper had een tip-over in de laatste ronde, anders hadden we toen gewonnen.
Denk je dat de rijders meer druk voelden door wat er in 2018 gebeurde en dan de verwachting om dit jaar te winnen omdat Chase en Eli buiten zo sterk waren?
Roger De Coster: Ja, de druk bouwt met de tijd alleen maar meer op. Er lag ook veel druk op Justin. Veel mensen dachten dat hij niet de beste keuze was en dat we een rijder van de 450 naar beneden hadden moeten halen, maar ik zag hoe taai hij was toen we in Nederland waren toen hij een bot in zijn hand brak. Hij probeerde het nog steeds en hij is een taaie jongen dus ik ben echt blij met de manier waarop het werkte.
Was je verbaasd over zijn niveau vandaag? Het leek alsof hij beter was dan het hele jaar buiten, het leek alsof hij een tandje bijstak…
Roger De Coster: Ik voelde dat het mogelijk was, ja.
Even over Liam Everts. Je hebt alle drie de generaties Everts gezien en nog tegen Harry gereden. Is het leuk om Liam te zien en had je verwacht de derde generatie op dit hoge niveau te zien rijden?
Roger De Coster: Het was misschien verrassend maar tegelijkertijd wist ik hoezeer Harry en Stefan zo race minded zijn maar ik was verbaasd over hoe goed hij al is geworden maar ik was dan ook niet verbaasd dat hij koos voor het motorracen!
Ik sprak met Harry Everts aan het begin van het weekend. Jij bent van dezelfde generatie. Je hebt het begin van de motorcross tot nu toe meegemaakt. Wie zijn de rijders die de meeste indruk op je hebben gemaakt van de elite? Wie springen er voor jou echt uit van de periode van Joel Robert tot nu?
Roger De Coster: Er is een verschil tussen de jongens met het meeste talent en de beste stijl en zo, en degenen die uiteindelijk het kampioenschap winnen. Het is niet altijd dezelfde rijder, maar ik praat gewoon met hen en ook met de huidige jongens. Ik ben erg onder de indruk van Tom Vialle en zijn mentale benadering van het racen. Natuurlijk zijn we allemaal onder de indruk van Jett Lawrence en hoe goed hij het doet en hoe hij zich aanpast aan verschillende omstandigheden. Hij kon winnen op een lichte motor maar ook met een 450 machine. Ik denk dat dat de belangrijkste jongens zijn van de recente seizoenen.
In 2018 was er veel te horen over de andere stijl van de Europeanen, smooth in de bochten, terwijl de Amerikanen agressiever zijn. Chase Sexton rijdt bijna als een GP-coureur en is erg technisch. Komt er een verandering in de manier waarop de Amerikanen rijden of denk je dat in de toekomst het verschil tussen de vloeiende stijl van de Europeanen en agressievere Amerikaanse stijl blijft bestaan?
Roger De Coster: Ze moeten de kwaliteiten van de Europese rijders overnemen, weet je? Maar het is moeilijk voor de Amerikaanse rijder om de beste stijl voor de outdoors te ontwikkelen omdat supercross zo belangrijk is in de VS.
Interview: Jonathan McCready